Ik bevind me op een punt in mijn loopbaan waarin ik bewust keuzes wil maken. Ik wil bepalen op welk gebied ik mezelf verder wil ontwikkelen en waar kansen liggen om opdrachten binnen te halen. Het belangrijkste is echter: waar gaat mijn hart sneller van kloppen? En dat zijn toch echt de gezinnen die aan de slag willen gaan als systeem, waarbij ouders ook hun eigen aandeel kunnen reflecteren. Steeds vaker kom ik gescheiden ouders tegen die individueel alles willen doen om hun kind te ondersteunen, maar absoluut niet samen willen werken met de andere ouder, hun ex-partner. Het resultaat: ik krijg ouders niet gezamenlijk aan tafel. Voor sommige hulpverleners is dit een directe contra-indicatie, voor mij echter niet, al vind ik de situatie wel zorgelijk. Dank aan al deze ouders (en het zijn er ondertussen behoorlijk wat), want zij hebben mij ook iets gebracht: de motivatie om te onderzoeken welke interventies er zijn die parallel of vooraf ingezet kunnen worden. Zo kwam ik terecht bij de SCHIP-aanpak: een methode die stilstaat bij de voorbije relatie, het verlies aan beide kanten erkent en werkt aan het opnieuw verbinden, zodat ex-partners partners in het ouderschap kunnen worden.
In mijn enthousiasme heb ik me ingeschreven voor zowel de basis- als de verdiepingstraining, omdat ik geloof in de kracht van deze methode. De verdiepingstraining bestaat uit drie dagen waarin we met trainingsacteurs aan de slag gaan. Dat vind ik behoorlijk spannend, maar ik weet dat ik er enorm veel van zal leren. Ik ben van plan deze methodiek in mijn aanbod op te nemen, zodat ik een bijdrage kan leveren aan het voorkomen van complexe echtscheidingsproblematiek.